Voor de geboorte is een kind beschermd tegen infecties door het afweersysteem van de moeder. Daarna krijgt een kind te maken met vele bacterien en virussen, waartegen zelf een eigen afweersysteem wordt opgebouwd. Kinderen maken veel infecties door. Veelal worden deze infecties veroorzaakt door virussen en gelukkig zijn ze vaak van onschuldige aard. De algemene ziekteverschijnselen bestaan uit koorts, slechte eetlust, moeiheid en malaise. Ook uiten veel kinderziekten zich door een (jeukende) huiduitslag. Deze verschijnselen zijn voor ouders redenen tot ongerustheid. Vaak zullen ouders contact opnemen met de huisartspraktijk, maar het is ook mogelijk dat ze langskomen in de apotheek en aan de balie hun vragen stellen. Dan is het zinvol dat je als apothekersassistente kennis hebt van de infecties waar kinderen mee te maken kunnen krijgen. Hoe kan je een luisterend oor bieden en de ouders zinvolle informatie geven? Wanneer is een goed (geruststellend) advies voldoende of wanneer moet je de ouders met het kind doorsturen naar de huisarts?
Het leerdoel is: Het goed kunnen adviseren van ouders over de verschillende soorten kinderziektes.
In de cursus wordt ingegaan op: Kinderen met koorts, Koortsstuipen, 5e en 6e ziekte, Waterpokken, Mazelen, Kinkhoest, RS-virus, Meningitis.
Na afloop van deze cursus ken je het onderscheid tussen de verschillende soorten kinderziekten. Tevens ben je bekend met de adviezen en mogelijke medicatie voor de verschillende soorten kinderziekten. Hierdoor kun je gerichte adviezen en voorlichting geven aan ouders van kinderen met kinderziekten.